Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Zijt niet vele meesters, mijn broeders, wetende, dat wij te meerder oordeel zullen ontvangen.

New American Standard Bible

Let not many of you become teachers, my brethren, knowing that as such we will incur a stricter judgment.

Kruisreferenties

Mattheüs 23:13

Maar wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden! want gij sluit het Koninkrijk der hemelen voor de mensen, overmits gij daar niet ingaat, noch degenen, die ingaan zouden, laat ingaan.

Lukas 12:47-48

En die dienstknecht, welke geweten heeft den wil zijns heeren, en zich niet bereid, noch naar zijn wil gedaan heeft, die zal met vele slagen geslagen worden.

Handelingen 13:1

En er waren te Antiochie, in de Gemeente, die daar was, enige profeten en leraars, namelijk Barnabas, en Simeon, genaamd Niger, en Lucius van Cyrene, en Manahen, die met Herodes den viervorst opgevoed was, en Saulus.

Handelingen 20:26-27

Daarom betuig ik ulieden op deze huidigen dag, dat ik rein ben van het bloed van u allen.

Romeinen 2:20-21

Een onderrichter der onwijzen, en een leermeester der onwetenden, hebbende de gedaante der kennis en der waarheid in de wet.

1 Corinthiërs 4:2-5

En voorts wordt in de uitdelers vereist, dat elk getrouw bevonden worde.

1 Corinthiërs 11:29-32

Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel, niet onderscheidende het lichaam des Heeren.

1 Corinthiërs 12:28

En God heeft er sommigen in de Gemeente gesteld, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, daarna krachten, daarna gaven der gezondmakingen, behulpsels, regeringen, menigerlei talen.

2 Corinthiër 5:10

Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.

Efeziërs 4:11

En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars;

1 Timotheüs 1:7

Willende leraars der wet zijn, niet verstaande, noch wat zij zeggen, noch wat zij bevestigen.

1 Timotheüs 2:7

Waartoe ik gesteld ben een prediker en apostel (ik zeg de waarheid in Christus, ik lieg niet), een leraar der heidenen, in geloof en waarheid.

2 Timotheüs 1:11

Waartoe ik gesteld ben een prediker, en een apostel, en een leraar der heidenen;

Hebreeën 13:17

Zijt uw voorgangeren gehoorzaam, en zijt hun onderdanig; want zij waken voor uw zielen, als die rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende; want dat is u niet nuttig.

1 Petrus 5:3

Noch als heerschappij voerende over het erfdeel des Heeren maar als voorbeelden der kudde geworden zijnde.

Leviticus 10:3

En Mozes zeide tot Aaron: Dat is het, wat de HEERE gesproken heeft, zeggende: In degenen, die tot Mij naderen, zal Ik geheiligd worden, en voor het aangezicht van al het volk zal Ik verheerlijkt worden. Doch Aaron zweeg stil.

Ezechiël 3:17-18

Mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israels; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen van Mijnentwege waarschuwen.

Ezechiël 33:7-9

Gij nu, o mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israels; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen van Mijnentwege waarschuwen.

Maleachi 2:12

De HEERE zal den man, die zulks doet, uitroeien uit de hutten van Jakob, dien, die waakt, en dien, die antwoordt, en die den HEERE der heirscharen spijsoffer brengt.

Mattheüs 7:1-2

Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt.

Mattheüs 9:11

En de Farizeen, dat ziende, zeiden tot Zijn discipelen: Waarom eet uw Meester met de tollenaren en de zondaren?

Mattheüs 10:24

De discipel is niet boven den meester, noch de dienstknecht boven zijn heer.

Mattheüs 23:8-10

Doch gij zult niet Rabbi genaamd worden; want Een is uw Meester, namelijk Christus; en gij zijt allen broeders.

Lukas 6:37

En oordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld worden; verdoemt niet, en gij zult niet verdoemd worden; laat los, en gij zult losgelaten worden.

Lukas 16:2

En hij riep hem, en zeide tot hem: Hoe hoor ik dit van u? Geef rekenschap van uw rentmeesterschap; want gij zult niet meer kunnen rentmeester zijn.

Johannes 3:10

Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zijt gij een leraar van Israel, en weet gij deze dingen niet?

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org