Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Want een vuur ging uit van het aangezicht des HEEREN, en verteerde op het altaar het brandoffer, en het vet. Als het ganse volk dit zag, zo juichten zij, en vielen op hun aangezichten.

New American Standard Bible

Then fire came out from before the LORD and consumed the burnt offering and the portions of fat on the altar; and when all the people saw it, they shouted and fell on their faces.

Kruisreferenties

Richteren 6:21

En de Engel des HEEREN stak het uiterste van den staf uit, die in Zijn hand was, en roerde het vlees en de ongezuurde koeken aan; toen ging er vuur op uit de rots, en verteerde het vlees en de ongezuurde koeken. En de Engel des HEEREN bekwam uit zijn ogen.

1 Koningen 18:38-39

Toen viel het vuur de HEEREN, en verteerde dat brandoffer, en dat hout, en die stenen, en dat stof, ja, lekte dat water op, hetwelk in de groeve was.

Richteren 13:19-20

Toen nam Manoach een geitenbokje, en het spijsoffer, en offerde het op den rotssteen, den HEERE. En Hij handelde wonderlijk in Zijn doen; en Manoach en zijn huisvrouw zagen toe.

1 Kronieken 21:26

Toen bouwde David aldaar den HEERE een altaar, en hij offerde brandofferen en dankofferen. Als hij den HEERE aanriep, zo antwoordde Hij hem door vuur uit den hemel, op het brandofferaltaar.

Ezra 3:11

En zij zongen bij beurten, met den HEERE te loven en te danken, dat Hij goedig is, dat Zijn weldadigheid tot in eeuwigheid is over Israel. En al het volk juichte met groot gejuich, als men den HEERE loofde over de grondlegging van het huis des HEEREN.

Genesis 4:3-4

En het geschiedde ten einde van enige dagen, dat Kain van de vrucht des lands den HEERE offer bracht.

Genesis 15:17

En het geschiedde, dat de zon onderging en het duister werd, en ziet, daar was een rokende oven en vurige fakkel, die tussen die stukken doorging.

Genesis 17:3

Toen viel Abram op zijn aangezicht, en God sprak met hem, zeggende:

Exodus 3:2

En de Engel des HEEREN verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een braambos; en hij zag, en ziet, het braambos brandde in het vuur, en het braambos werd niet verteerd.

Leviticus 6:13

Het vuur zal geduriglijk op het altaar brandende gehouden worden; het zal niet uitgeblust worden.

Numberi 14:5

Toen vielen Mozes en Aaron op hun aangezichten, voor het aangezicht van de ganse gemeente der vergadering van de kinderen Israels.

Numberi 16:22

Maar zij vielen op hun aangezichten, en zeiden: O God! God der geesten van alle vlees! een enig man zal gezondigd hebben, en zult Gij U over deze ganse vergadering grotelijks vertoornen?

Richteren 13:23

Maar zijn huisvrouw zeide tot hem: Zo de HEERE lust had ons te doden, Hij had het brandoffer en spijsoffer van onze hand niet aangenomen, noch ons dit alles getoond, noch ons om dezen tijd laten horen, zulks als dit is.

2 Koningen 19:15

En Hizkia bad voor het aangezicht des HEEREN, en zeide: O HEERE, God Israels, Die tussen de cherubim woont! Gij zelf, Gij alleen zijt de God van alle koninkrijken der aarde, Gij hebt den hemel en de aarde gemaakt.

2 Kronieken 6:2

En ik heb U een huis ter woonstede gebouwd, en een vaste plaats tot Uw eeuwige woning.

2 Kronieken 7:1-3

Als nu Salomo voleind had te bidden, zo daalde het vuur van den hemel, en verteerde het brandoffer en de slachtofferen; en de heerlijkheid des HEEREN vervulde het huis.

Psalmen 20:3-4

Hij gedenke al uwer spijsofferen, en make uw brandoffer tot as. Sela.

Psalmen 80:1

Voor den opperzangmeester, op Schoschannim; een getuigenis, een psalm van Asaf. (1a) O Herder Israels! neem ter ore, Die Jozef als schapen leiddet; Die tussen de cherubim zit, verschijn blinkende.

Mattheüs 26:39

En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan? doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.

Openbaring 4:9

En wanneer de dieren heerlijkheid, en eer, en dankzegging gaven Hem, Die op den troon zat, Die in alle eeuwigheid leeft;

Openbaring 5:8

En als Het dat boek genomen had, vielen de vier dieren en de vier en twintig ouderlingen voor het Lam neder, hebbende elk citeren en gouden fiolen, zijnde vol reukwerks, welke zijn de gebeden der heiligen.

Openbaring 7:11

En al de engelen stonden rondom den troon, en rondom de ouderlingen en de vier dieren; en vielen voor den troon neder op hun aangezicht, en aanbaden God,

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org