2 Daartoe maakte hij de gegoten zee; van tien ellen was zij, van haar enen rand tot haar anderen rand, rondom rond, en van vijf ellen in haar hoogte, en een meetsnoer van dertig ellen omving ze rondom.
2 Also he made the cast metal sea, ten cubits from brim to brim, circular in form, and its height was five cubits and its circumference thirty cubits.
3 Onder dezelve nu was de gelijkenis van runderen, rondom henen, die omsingelende, tien in een el, omringende de zee rondom; twee rijen dezer runderen waren in haar gieting gegoten.
3 Now figures like oxen were under it and all around it, ten cubits, entirely encircling the sea. The oxen were in two rows, cast in one piece.
4 Zij stond op twaalf runderen, drie ziende naar het noorden, en drie ziende naar het westen, en drie ziende naar het zuiden, en drie ziende naar het oosten; en de zee was boven op dezelve; en al hun achterdelen waren inwaarts.
4 It stood on twelve oxen, three facing the north, three facing west, three facing south and three facing east; and the sea was set on top of them and all their hindquarters turned inwards.
6 En hij maakte tien wasvaten, en stelde vijf ter rechter hand en vijf ter linkerhand, om daarin te wassen; wat ten brandoffer behoort, staken zij daarin; maar de zee was, opdat de priesters zich daarin zouden wassen.
6 He also made ten basins in which to wash, and he set five on the right side and five on the left to rinse things for the burnt offering; but the sea was for the priests to wash in.
11 Daartoe maakte Huram de potten, en de schoffelen, en de sprengbekkens; alzo voleindde Huram het werk te maken, dat hij voor de koning Salomo aan het huis Gods maakte.
11 Huram also made the pails, the shovels and the bowls. So Huram finished doing the work which he performed for King Solomon in the house of God:
12 De twee pilaren, en de bollen, en de twee kapitelen, op het hoofd der pilaren; en de twee netten, om de twee bollen der kapitelen te bedekken, die op der pilaren hoofd waren;
12 the two pillars, the bowls and the two capitals on top of the pillars, and the two networks to cover the two bowls of the capitals which were on top of the pillars,
13 En de vierhonderd granaatappelen tot de twee netten: twee rijen van granaatappelen tot elk net, om de twee bollen der kapitelen te bedekken, die boven op de pilaren waren.
13 and the four hundred pomegranates for the two networks, two rows of pomegranates for each network to cover the two bowls of the capitals which were on the pillars.
16 Insgelijks de potten, en de schoffelen, en de krauwelen, en al hun vaten maakte Huram Abiu voor de koning Salomo, voor het huis des HEEREN, van gepolijst koper.
16 The pails, the shovels, the forks and all its utensils, Huram-abi made of polished bronze for King Solomon for the house of the Lord.
22 Mitsgaders de gaffelen, en de sprengbekkens, en de rookschalen, en de wierookvaten, van gesloten goud; aangaande den ingang van het huis, zijn binnenste deuren, van het heilige der heiligen, en de deuren van het huis des tempels waren van goud.
22 and the snuffers, the bowls, the spoons and the firepans of pure gold; and the entrance of the house, its inner doors for the holy of holies and the doors of the house, that is, of the nave, of gold.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org