2 Ik zal nu opstaan, en in de stad omgaan, in de wijken en in de straten; ik zal Hem zoeken, Dien mijn ziel liefheeft; ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet.
2 ‘I must arise now and go about the city;In the streets and in the squaresI must seek him whom my soul loves.’I sought him but did not find him.
4 Toen ik een weinigje van hen weggegaan was, vond ik Hem, Dien mijn ziel liefheeft; ik hield Hem vast, en liet Hem niet gaan, totdat ik Hem in mijner moeders huis gebracht had, en in de binnenste kamer van degene, die mij gebaard heeft.
4 “Scarcely had I left themWhen I found him whom my soul loves;I held on to him and would not let him goUntil I had brought him to my mother’s house,And into the room of her who conceived me.”
5 Ik bezweer u, gij dochteren van Jeruzalem! die bij de reeen of bij de hinden des velds zijt, dat gij de liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het haar luste!
5 “I adjure you, O daughters of Jerusalem,By the gazelles or by the hinds of the field,That you will not arouse or awaken my loveUntil she pleases.”
10 De pilaren derzelve maakte hij van zilver, haar vloer van goud, haar gehemelte van purper; het binnenste was bespreid met de liefde van de dochteren van Jeruzalem.
10 “He made its posts of silver,Its back of goldAnd its seat of purple fabric,With its interior lovingly fitted outBy the daughters of Jerusalem.
11 Gaat uit, en aanschouwt, gij, dochteren van Sion! den koning Salomo, met de kroon, waarmede Hem Zijn moeder kroonde op den dag Zijner bruiloft, en op den dag der vreugde Zijns harten.
11 “Go forth, O daughters of Zion,And gaze on King Solomon with the crownWith which his mother has crowned himOn the day of his wedding,And on the day of his gladness of heart.”
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org