1 En het geschiedde, toen Hij in een zekere plaats was biddende, als Hij ophield, dat een van Zijn discipelen tot Hem zeide: Heere, leer ons bidden, gelijk ook Johannes zijn discipelen geleerd heeft.
1 It happened that while Jesus was praying in a certain place, after He had finished, one of His disciples said to Him, “Lord, teach us to pray just as John also taught his disciples.”
7 En dat die van binnen, antwoordende, zou zeggen: Doe mij geen moeite aan; de deur is nu gesloten, en mijn kinderen zijn met mij in de slaapkamer; ik kan niet opstaan, om u te geven.
7 and from inside he answers and says, ‘Do not bother me; the door has already been shut and my children and I are in bed; I cannot get up and give you anything.’
8 Ik zeg ulieden: Hoewel hij niet zou opstaan en hem geven, omdat hij zijn vriend is, nochtans om zijner onbeschaamdheid wil, zal hij opstaan, en hem geven zoveel als hij er behoeft.
8 I tell you, even though he will not get up and give him anything because he is his friend, yet because of his persistence he will get up and give him as much as he needs.
13 Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden?
13 If you then, being evil, know how to give good gifts to your children, how much more will your heavenly Father give the Holy Spirit to those who ask Him?”
17 Maar Hij, kennende hun gedachten, zeide tot hen: Een ieder koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en een huis, tegen zichzelf verdeeld zijnde, valt.
17 But He knew their thoughts and said to them, “Any kingdom divided against itself is laid waste; and a house divided against itself falls.
22 Maar als een daarover komt, die sterker is dan hij, en hem overwint, die neemt zijn gehele wapenrusting, daar hij op vertrouwde, en deelt zijn roof uit.
22 But when someone stronger than he attacks him and overpowers him, he takes away from him all his armor on which he had relied and distributes his plunder.
24 Wanneer de onreine geest van den mens uitgevaren is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust; en die niet vindende, zegt hij: Ik zal wederkeren in mijn huis, daar ik uitgevaren ben.
24 “When the unclean spirit goes out of a man, it passes through waterless places seeking rest, and not finding any, it says, ‘I will return to my house from which I came.’
26 Dan gaat hij heen, en neemt met zich zeven anderen geesten, bozer dan hij zelf is, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van dien mens wordt erger dan het eerste.
26 Then it goes and takes along seven other spirits more evil than itself, and they go in and live there; and the last state of that man becomes worse than the first.”
27 En het geschiedde, als Hij deze dingen sprak, dat een zekere vrouw, de stem verheffende uit de schare, tot Hem zeide: Zalig is de buik, die U gedragen heeft, en de borsten, die Gij hebt gezogen.
27 While Jesus was saying these things, one of the women in the crowd raised her voice and said to Him, “Blessed is the womb that bore You and the breasts at which You nursed.”
29 En als de scharen dicht bijeenvergaderden, begon Hij te zeggen: Dit is een boos geslacht; het verzoekt een teken, en hetzelve zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jonas, den profeet.
29 As the crowds were increasing, He began to say, “This generation is a wicked generation; it seeks for a sign, and yet no sign will be given to it but the sign of Jonah.
31 De koningin van het Zuiden zal opstaan in het oordeel met de mannen van dit geslacht, en zal ze veroordelen; want zij is gekomen van de einden der aarde, om te horen de wijsheid van Salomo; en ziet, meer dan Salomo is hier.
31 The Queen of the South will rise up with the men of this generation at the judgment and condemn them, because she came from the ends of the earth to hear the wisdom of Solomon; and behold, something greater than Solomon is here.
32 De mannen van Nineve, zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht, en zullen hetzelve veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jonas; en ziet, meer dan Jonas is hier!
32 The men of Nineveh will stand up with this generation at the judgment and condemn it, because they repented at the preaching of Jonah; and behold, something greater than Jonah is here.
33 En niemand, die een kaars ontsteekt, zet die in het verborgen, noch onder een koornmaat, maar op een kandelaar, opdat degenen, die inkomen, het licht zien mogen.
33 “No one, after lighting a lamp, puts it away in a cellar nor under a basket, but on the lampstand, so that those who enter may see the light.
34 De kaars des lichaams is het oog: wanneer dan uw oog eenvoudig is, zo is ook uw gehele lichaam verlicht; maar zo het boos is, zo is ook uw gehele lichaam duister.
34 The eye is the lamp of your body; when your eye is clear, your whole body also is full of light; but when it is bad, your body also is full of darkness.
36 Indien dan uw lichaam geheel verlicht is, niet hebbende enig deel, dat duister is, zo zal het geheel verlicht zijn, gelijk wanneer de kaars met het schijnsel u verlicht.
36 If therefore your whole body is full of light, with no dark part in it, it will be wholly illumined, as when the lamp illumines you with its rays.”
39 En de Heere zeide tot hem: Nu gij Farizeen, gij reinigt het buitenste des drinkbekers en des schotels; maar het binnenste van u is vol van roof en boosheid.
39 But the Lord said to him, “Now you Pharisees clean the outside of the cup and of the platter; but inside of you, you are full of robbery and wickedness.
42 Maar wee u, Farizeen, want gij vertient munte, en ruite, en alle moeskruid, en gij gaat voorbij het oordeel en de liefde Gods. Dit moest men doen, en het andere niet nalaten.
42 “But woe to you Pharisees! For you pay tithe of mint and rue and every kind of garden herb, and yet disregard justice and the love of God; but these are the things you should have done without neglecting the others.
46 Doch Hij zeide: Wee ook u, wetgeleerden! want gij belast de mensen met lasten, zwaar om te dragen, en zelven raakt gij die lasten niet aan met een van uw vingeren.
46 But He said, “Woe to you lawyers as well! For you weigh men down with burdens hard to bear, while you yourselves will not even touch the burdens with one of your fingers.
49 Waarom ook de wijsheid Gods zegt: Ik zal profeten en apostelen tot hen zenden, en van die zullen zij sommigen doden, en sommigen zullen zij uitjagen;
49 For this reason also the wisdom of God said, ‘I will send to them prophets and apostles, and some of them they will kill and some they will persecute,
51 Van het bloed van Abel, tot het bloed van Zacharia, die gedood is tussen het altaar en het huis Gods; ja, zeg Ik u, het zal afgeeist worden van dit geslacht!
51 from the blood of Abel to the blood of Zechariah, who was killed between the altar and the house of God; yes, I tell you, it shall be charged against this generation.’
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org