8 En Zacheus stond, en zeide tot den Heere: Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef ik den armen; en indien ik iemand iets door bedrog ontvreemd heb, dat geef ik vierdubbel weder.
8 Zaccheus stopped and said to the Lord, “Behold, Lord, half of my possessions I will give to the poor, and if I have defrauded anyone of anything, I will give back four times as much.”
11 En als zij dat hoorden, voegde Hij daarbij, en zeide een gelijkenis; omdat Hij nabij Jeruzalem was, en omdat zij meenden, dat het Koninkrijk Gods terstond zou openbaar worden.
11 While they were listening to these things, Jesus went on to tell a parable, because He was near Jerusalem, and they supposed that the kingdom of God was going to appear immediately.
15 En het geschiedde, toen hij wederkwam, als hij het koninkrijk ontvangen had, dat hij zeide, dat die dienstknechten tot hem zouden geroepen worden, wien hij het geld gegeven had; opdat hij weten mocht, wat een iegelijk met handelen gewonnen had.
15 When he returned, after receiving the kingdom, he ordered that these slaves, to whom he had given the money, be called to him so that he might know what business they had done.
22 Maar hij zeide tot hem: Uit uw mond zal ik u oordelen, gij boze dienstknecht! Gij wist, dat ik een straf mens ben, nemende weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende, wat ik niet gezaaid heb.
22 He *said to him, ‘By your own words I will judge you, you worthless slave. Did you know that I am an exacting man, taking up what I did not lay down and reaping what I did not sow?
30 Zeggende: Gaat henen in dat vlek, dat tegenover is; in hetwelk inkomende, zult gij een veulen gebonden vinden, waarop geen mens ooit heeft gezeten; ontbindt hetzelve, en brengt het.
30 saying, “Go into the village ahead of you; there, as you enter, you will find a colt tied on which no one yet has ever sat; untie it and bring it here.
37 En als Hij nu genaakte aan den afgang des Olijfbergs, begon al de menigte der discipelen zich te verblijden, en God te loven met grote stemme, vanwege al de krachtige daden, die zij gezien hadden;
37 As soon as He was approaching, near the descent of the Mount of Olives, the whole crowd of the disciples began to praise God joyfully with a loud voice for all the miracles which they had seen,
44 En zullen u tot den grond nederwerpen, en uw kinderen in u; en zij zullen in u den enen steen op den anderen steen niet laten; daarom dat gij den tijd uwer bezoeking niet bekend hebt.
44 and they will level you to the ground and your children within you, and they will not leave in you one stone upon another, because you did not recognize the time of your visitation.”
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org