2 En als het sabbat geworden was, begon Hij in de synagoge te leren; en velen, die Hem hoorden, ontzetten zich, zeggende: Van waar komen Dezen deze dingen, en wat wijsheid is dit, die Hem gegeven is, dat ook zulke krachten door Zijn handen geschieden?
2 When the Sabbath came, He began to teach in the synagogue; and the many listeners were astonished, saying, “Where did this man get these things, and what is this wisdom given to Him, and such miracles as these performed by His hands?
3 Is deze niet de timmerman, de zoon van Maria, en de broeder van Jakobus en Joses, en van Judas en Simon, en zijn Zijn zusters niet hier bij ons? En zij werden aan Hem geergerd.
3 Is not this the carpenter, the son of Mary, and brother of James and Joses and Judas and Simon? Are not His sisters here with us?” And they took offense at Him.
11 En zo wie u niet zullen ontvangen, noch u horen, vertrekkende van daar, schudt het stof af, dat onder aan uw voeten is, hun tot een getuigenis. Voorwaar zeg Ik u: Het zal Sodom en Gomorra verdragelijker zijn in den dag des oordeels dan dezelve stad.
11 Any place that does not receive you or listen to you, as you go out from there, shake the dust off the soles of your feet for a testimony against them.”
14 En de koning Herodes hoorde het (want Zijn Naam was openbaar geworden), en zeide: Johannes, die daar doopte, is van de doden opgewekt, en daarom werken die krachten in Hem.
14 And King Herod heard of it, for His name had become well known; and people were saying, “John the Baptist has risen from the dead, and that is why these miraculous powers are at work in Him.”
17 Want dezelve Herodes, enigen uitgezonden hebbende, had Johannes gevangen genomen, en hem in de gevangenis gebonden, uit oorzaak van Herodias, de huisvrouw van zijn broeder Filippus, omdat hij haar getrouwd had.
17 For Herod himself had sent and had John arrested and bound in prison on account of Herodias, the wife of his brother Philip, because he had married her.
20 Want Herodes vreesde Johannes, wetende, dat hij een rechtvaardig en heilig man was, en hield hem in waarde; en als hij hem hoorde, deed hij vele dingen, en hoorde hem gaarne.
20 for Herod was afraid of John, knowing that he was a righteous and holy man, and he kept him safe. And when he heard him, he was very perplexed; but he used to enjoy listening to him.
21 En als er een welgelegen dag gekomen was, toen Herodes, op den dag zijner geboorte, een maaltijd aanrichtte, voor zijn groten, en de oversten over duizend, en de voornaamsten van Galilea;
21 A strategic day came when Herod on his birthday gave a banquet for his lords and military commanders and the leading men of Galilee;
22 En als de dochter van dezelve Herodias inkwam, en danste, en Herodes en dengenen die mede aanzaten, behaagde, zo zeide de koning tot het dochtertje: Eis van mij, wat gij ook wilt, en ik zal het u geven.
22 and when the daughter of Herodias herself came in and danced, she pleased Herod and his dinner guests; and the king said to the girl, “Ask me for whatever you want and I will give it to you.”
25 En zij, terstond met haast ingaande tot den koning, heeft het geeist, zeggende: Ik wil, dat gij mij nu terstond, in een schotel, geeft het hoofd van Johannes den Doper.
25 Immediately she came in a hurry to the king and asked, saying, “I want you to give me at once the head of John the Baptist on a platter.”
31 En Hij zeide tot hen: Komt gijlieden in een woeste plaats hier alleen, en rust een weinig; want er waren velen, die kwamen en die gingen, en zij hadden zelfs geen gelegen tijd om te eten.
31 And He *said to them, “Come away by yourselves to a secluded place and rest a while.” (For there were many people coming and going, and they did not even have time to eat.)
33 En de scharen zagen hen heenvaren, en velen werden Hem kennende, en liepen gezamenlijk te voet van alle steden derwaarts, en kwamen hun voor, en gingen samen tot Hem.
33 The people saw them going, and many recognized them and ran there together on foot from all the cities, and got there ahead of them.
34 En Jezus, uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk met ontferming bewogen over hen; want zij waren als schapen, die geen herder hebben; en Hij begon hun vele dingen te leren.
34 When Jesus went ashore, He saw a large crowd, and He felt compassion for them because they were like sheep without a shepherd; and He began to teach them many things.
37 Maar Hij, antwoordende, zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. En zij zeiden tot Hem: Zullen wij heengaan, en kopen voor tweehonderd penningen brood, en hun te eten geven?
37 But He answered them, “You give them something to eat!” And they *said to Him, “Shall we go and spend two hundred denarii on bread and give them something to eat?”
41 En als Hij de vijf broden en de twee vissen genomen had, zag Hij op naar den hemel, zegende en brak de broden, en gaf ze Zijn discipelen, opdat zij ze hun zouden voorleggen, en de twee vissen deelde Hij voor allen.
41 And He took the five loaves and the two fish, and looking up toward heaven, He blessed the food and broke the loaves and He kept giving them to the disciples to set before them; and He divided up the two fish among them all.
45 En terstond dwong Hij Zijn discipelen in het schip te gaan, en voor henen te varen aan de andere zijde tegen over Bethsaida, terwijl Hij de schare van Zich zou laten.
45 Immediately Jesus made His disciples get into the boat and go ahead of Him to the other side to Bethsaida, while He Himself was sending the crowd away.
48 En Hij zag, dat zij zich zeer pijnigden, om het schip voort te krijgen; want de wind was hun tegen; en omtrent de vierde wake des nachts, kwam Hij tot hen, wandelende op de zee, en wilde hen voorbijgaan.
48 Seeing them straining at the oars, for the wind was against them, at about the fourth watch of the night He *came to them, walking on the sea; and He intended to pass by them.
55 En het gehele omliggende land doorlopende, begonnen zij op beddekens degenen, die kwalijk gesteld waren, om te dragen, ter plaatse, waar zij hoorden dat Hij was.
55 and ran about that whole country and began to carry here and there on their pallets those who were sick, to the place they heard He was.
56 En zo waar Hij kwam, in vlekken, of steden, of dorpen, daar legden zij de kranken op de markten, en baden Hem, dat zij maar den zoom Zijns kleeds aanraken mochten; en zovelen, als er Hem aanraakten, werden gezond.
56 Wherever He entered villages, or cities, or countryside, they were laying the sick in the market places, and imploring Him that they might just touch the fringe of His cloak; and as many as touched it were being cured.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org