1 Een lied Hammaaloth. Als de HEERE de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen.

1 A Song of Ascents.When the Lord brought back the captive ones of Zion,We were like those who dream.

2 Toen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong met gejuich; toen zeide men onder de heidenen: De HEERE heeft grote dingen aan dezen gedaan.

2 Then our mouth was filled with laughterAnd our tongue with joyful shouting;Then they said among the nations,“The Lord has done great things for them.”

3 De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd.

3 The Lord has done great things for us;We are glad.

4 O HEERE! wend onze gevangenis, gelijk waterstromen in het zuiden.

4 Restore our captivity, O Lord,As the streams in the South.

5 Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.

5 Those who sow in tears shall reap with joyful shouting.

6 Die het zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven.

6 He who goes to and fro weeping, carrying his bag of seed,Shall indeed come again with a shout of joy, bringing his sheaves with him.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org