3 Zo baad u, en zalf u, en doe uw klederen aan, en ga af naar den dorsvloer; maar maak u den man niet bekend, totdat hij geeindigd zal hebben te eten en te drinken.
3 Wash yourself therefore, and anoint yourself and put on your best clothes, and go down to the threshing floor; but do not make yourself known to the man until he has finished eating and drinking.
4 En het zal geschieden, als hij nederligt, dat gij de plaats zult merken, waar hij zal nedergelegen zijn; ga dan in, en sla zijn voetdeksel op, en leg u; zo zal hij u te kennen geven, wat gij doen zult.
4 It shall be when he lies down, that you shall notice the place where he lies, and you shall go and uncover his feet and lie down; then he will tell you what you shall do.”
7 Als nu Boaz gegeten en gedronken had, en zijn hart vrolijk was, zo kwam hij om neder te liggen aan het uiterste van een koren hoop. Daarna kwam zij stilletjes in, en sloeg zijn voetdeksel op, en legde zich.
7 When Boaz had eaten and drunk and his heart was merry, he went to lie down at the end of the heap of grain; and she came secretly, and uncovered his feet and lay down.
10 En hij zeide: Gezegend zijt gij den HEERE, mijn dochter! Gij hebt deze uw laatste weldadigheid beter gemaakt dan de eerste, dewijl gij geen jonge gezellen zijt nagegaan, hetzij arm of rijk.
10 Then he said, “May you be blessed of the Lord, my daughter. You have shown your last kindness to be better than the first by not going after young men, whether poor or rich.
13 Blijf dezen nacht over; voorts in den morgen zal het geschieden, indien hij u lost, goed, laat hem lossen; maar indien het hem niet lust u te lossen, zo zal ik u lossen, zo waarachtig als de HEERE leeft; leg u neder tot den morgen toe.
13 Remain this night, and when morning comes, if he will redeem you, good; let him redeem you. But if he does not wish to redeem you, then I will redeem you, as the Lord lives. Lie down until morning.”
14 Alzo lag zij neder aan zijn voetdeksel tot den morgen toe; en zij stond op, eer dat de een den ander kennen kon; want hij zeide: Het worde niet bekend, dat een vrouw op den dorsvloer gekomen is.
14 So she lay at his feet until morning and rose before one could recognize another; and he said, “Let it not be known that the woman came to the threshing floor.”
15 Voorts zeide hij: Lang den sluier, die op u is, en houd dien; en zij hield hem; en hij mat zes maten gerst, en legde ze op haar; daarna ging hij in de stad.
15 Again he said, “Give me the cloak that is on you and hold it.” So she held it, and he measured six measures of barley and laid it on her. Then she went into the city.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org