Top 100 Words in Esther
- 143 De
- 136 En
- 90 Van
- 89 Het
- 87 Den
- 83 Koning
- 79 Des
- 71 Konings
- 53 Dat
- 53 Zij
- 52 Te
- 52 Tot
- 50 Mordechai
- 49 Die
- 47 Der
- 46 Aan
- 46 Hij
- 46 Toen
- 46 Zijn
- 44 Esther
- 44 Haman
- 44 Was
- 41 Voor
- 40 Joden
- 39 Een
- 39 Op
- 37 Hem
- 36 Zeide
- 32 Al
- 32 Men
- 31 Had
- 28 Ahasveros
- 28 Met
- 28 Niet
- 26 Koningin
- 26 Want
- 25 Nu
- 25 Om
- 23 Haar
- 23 Naar
- 22 Aangezicht
- 22 Wat
- 22 Zo
- 22 Zou
- 21 Als
- 21 Deze
- 21 Huis
- 21 Landschappen
- 20 Doen
- 20 Werd
- 19 Dag
- 17 Hun
- 17 Ook
- 17 Susan
- 17 Waren
- 17 Zal
- 16 Alle
- 16 Gegeven
- 15 Hand
- 15 Hen
- 14 Alzo
- 14 Dagen
- 14 Dien
- 14 Maaltijd
- 14 Volk
- 14 Vrouwen
- 14 Wet
- 13 Maar
- 13 Uit
- 12 Er
- 12 Heeft
- 12 Ik
- 12 Maand
- 12 Ogen
- 11 Door
- 11 Gaf
- 11 Geschreven
- 11 Jonge
- 11 Kennen
- 11 Vorsten
- 11 Woord
- 11 Worden
- 10 Bij
- 10 Brengen
- 10 Burg
- 10 Dan
- 10 Ging
- 10 Poort
- 10 Vasthi
- 10 Werden
- 10 Zich
- 10 Zouden
- 9 Indien
- 9 Kamerlingen
- 9 Man
- 9 Stad
- 9 Zijns
- 8 Adar
- 8 Derzelve
- 8 Galg
Top 29 Phrases in Esther
- 167
- 8 Het woord
- 3 Mijn volk.
- 2 Aan hem
- 2 De twaalf
- 2 Deze dag
- 2 Het Koninkrijk
- 2 Het Koninkrijk
- 2 In die dagen
- 2 Kleine kinderen
- 2 Tegen de joden.
- 1 Bestemden tijd
- 1 De Arme
- 1 De Arme
- 1 De heer
- 1 Den heer
- 1 Drie dagen
- 1 Eén vader
- 1 Geschreven in het boek
- 1 Ik ben
- 1 Ik ben
- 1 In drie dagen
- 1 Joden vijand
- 1 Joden vijand
- 1 Koning van Juda
- 1 Onder de volken
- 1 Talenten zilver
- 1 Vaders huis
- 1 Voor mij