1 Ik ben in Mijn hof gekomen, o Mijn zuster, o bruid! Ik heb Mijn mirre geplukt met Mijn specerij; Ik heb Mijn honigraten met Mijn honig gegeten; Ik heb Mijn wijn, mitsgaders Mijn melk gedronken. Eet, vrienden! drinkt, en wordt dronken, o liefsten!
1 “I have come into my garden, my sister, my bride;I have gathered my myrrh along with my balsam.I have eaten my honeycomb and my honey;I have drunk my wine and my milk.Eat, friends;Drink and imbibe deeply, O lovers.”
2 Ik sliep, maar mijn hart waakte, de stem mijns Liefsten, Die klopte, was: Doe Mij open, Mijn zuster, Mijn vriendin, Mijn duive, Mijn volmaakte! want Mijn hoofd is vervuld met dauw, Mijn haarlokken met nachtdruppen.
2 “I was asleep but my heart was awake.A voice! My beloved was knocking:‘Open to me, my sister, my darling,My dove, my perfect one!For my head is drenched with dew,My locks with the damp of the night.’
6 Ik deed mijn Liefste open, maar mijn Liefste was geweken, Hij was doorgegaan; mijn ziel ging uit vanwege Zijn spreken; ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet, ik riep Hem, doch Hij antwoordde mij niet.
6 “I opened to my beloved,But my beloved had turned away and had gone!My heart went out to him as he spoke.I searched for him but I did not find him;I called him but he did not answer me.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org