1 Die van Efraim hebben Mij omsingeld met leugen, en het huis Israels met bedrog; maar Juda heerste nog met God, en was met de heiligen getrouw.
1 Ephraim feeds on wind,And pursues the east wind continually;He multiplies lies and violence.Moreover, he makes a covenant with Assyria,And oil is carried to Egypt.
2 Efraim weidt zich met wind, en jaagt den oostenwind na; den gansen dag vermenigvuldigt hij leugen en verwoesting; en zij maken verbond met Assur, en de olie wordt naar Egypte gevoerd.
2 The Lord also has a dispute with Judah,And will punish Jacob according to his ways;He will repay him according to his deeds.
11 En Ik zal spreken tot de profeten, en Ik zal het gezicht vermenigvuldigen; en door den dienst der profeten zal Ik gelijkenissen voorstellen.
11 Is there iniquity in Gilead?Surely they are worthless.In Gilgal they sacrifice bulls,Yes, their altars are like the stone heapsBeside the furrows of the field.
14 Maar de HEERE voerde Israel op uit Egypte door een profeet, en door een profeet werd hij gehoed. [ (Hosea 12:15) Efraim daarentegen heeft Hen zeer bitterlijk vertoornd; daarom zal Hij zijn bloed op hem laten, en zijn Heere zal hem zijn smaad vergelden. ]
14 Ephraim has provoked to bitter anger;So his Lord will leave his bloodguilt on himAnd bring back his reproach to him.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org