Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Het gebod Zijner lippen heb ik ook niet weggedaan; de redenen Zijns monds heb ik meer dan mijn bescheiden deel weggelegd.
New American Standard Bible
"I have not departed from the command of His lips; I have treasured the words of His mouth more than my necessary food.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Johannes 4:32
Maar Hij zeide tot hen: Ik heb een spijs om te eten, die gij niet weet.
Johannes 4:34
Jezus zeide tot hen: Mijn spijs is, dat Ik doe den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, en Zijn werk volbrenge.
Job 22:22
Ontvang toch de wet uit Zijn mond, en leg Zijn redenen in uw hart.
Psalmen 119:11
Ik heb Uw rede in mijn hart verborgen, opdat ik tegen U niet zondigen zou.
Psalmen 119:103
Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond!
Job 6:10
Dat zou nog mijn troost zijn, en zou mij verkwikken in den weedom, zo Hij niet spaarde; want ik heb de redenen des Heiligen niet verborgen gehouden.
Psalmen 19:9-10
De vreze des HEEREN is rein, bestaande tot in eeuwigheid, de rechten des HEEREN zijn waarheid, samen zijn zij rechtvaardig.
Psalmen 119:127
Daarom heb ik Uw geboden lief, meer dan goud, ja, meer dan het fijnste goud.
Jeremia 15:16
Als Uw woorden gevonden zijn, zo heb ik ze opgegeten, en Uw woord is mij geweest tot vreugde en tot blijdschap mijns harten; want ik ben naar Uw Naam genoemd, o HEERE, God der heirscharen!
Lukas 12:42
En de Heere zeide: Wie is dan de getrouwe en voorzichtige huisbezorger, dien de heer over zijn dienstboden zal zetten, om hun ter rechter tijd het bescheiden deel spijze te geven?
Lukas 12:46
Zo zal de heer deszelven dienstknechts komen ten dage, in welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet; en zal hem afscheiden, en zal zijn deel zetten met de ontrouwen.
Johannes 6:66-69
Van toen af gingen velen Zijner discipelen terug, en wandelden niet meer met Hem.
Johannes 8:31
Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Indien gijlieden in Mijn woord blijft, zo zijt gij waarlijk Mijn discipelen;
Handelingen 14:22
Versterkende de zielen der discipelen, en vermanende, dat zij zouden blijven in het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen moeten ingaan in het Koninkrijk Gods.
Hebreeën 10:38-39
Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen.
1 Petrus 2:2
En, als nieuwgeborene kinderkens, zijt zeer begerig naar de redelijke onvervalste melk, opdat gij door dezelve moogt opwassen;
1 Johannes 2:19
Zij zijn uit ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zo zouden zij met ons gebleven zijn; maar dit is geschied, opdat zij zouden openbaar worden, dat zij niet allen uit ons zijn.