1 Toen deed Mozes de ganse vergadering der kinderen Israels verzamelen, en zeide tot hen: Dit zijn de woorden, die de HEERE geboden heeft, dat men ze doe.
1 Then Moses assembled all the congregation of the sons of Israel, and said to them, “These are the things that the Lord has commanded you to do:
2 Zes dagen zal men het werk doen; maar op den zevenden dag zal ulieden heiligheid zijn, een sabbat der rust den HEERE; al wie daarop werk doet, zal gedood worden.
2 “For six days work may be done, but on the seventh day you shall have a holy day, a sabbath of complete rest to the Lord; whoever does any work on it shall be put to death.
5 Neemt van hetgeen, dat gijlieden hebt, een hefoffer den HEERE; een ieder, wiens hart vrijwillig is, zal het brengen, ten hefoffer des HEEREN: goud, en zilver, en koper;
5 ‘Take from among you a contribution to the Lord; whoever is of a willing heart, let him bring it as the Lord’s contribution: gold, silver, and bronze,
15 En het reukaltaar, en zijn handbomen, en de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen; en het deksel der deur aan de deur des tabernakels;
15 and the altar of incense and its poles, and the anointing oil and the fragrant incense, and the screen for the doorway at the entrance of the tabernacle;
19 De ambtsklederen om in het heilige te dienen, de heilige klederen van den priester Aaron, en de klederen zijner zonen, om het priesterambt te bedienen.
19 the woven garments for ministering in the holy place, the holy garments for Aaron the priest and the garments of his sons, to minister as priests.’”
21 En zij kwamen, alle man, wiens hart hem bewoog, en een ieder, wiens geest hem vrijwillig maakte, die brachten des HEEREN hefoffer tot het werk van de tent der samenkomst, en tot al haar dienst, en tot de heilige klederen.
21 Everyone whose heart stirred him and everyone whose spirit moved him came and brought the Lord’s contribution for the work of the tent of meeting and for all its service and for the holy garments.
22 Zo kwamen dan de mannen met de vrouwen, alle vrijwilligen van hart; zij brachten haken, en oorsierselen, en ringen, en spanselen, alle gouden vaten; en alle man, die een gouden beweegoffer den HEERE offerde,
22 Then all whose hearts moved them, both men and women, came and brought brooches and earrings and signet rings and bracelets, all articles of gold; so did every man who presented an offering of gold to the Lord.
23 En alle man, bij wien gevonden werd hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn linnen, en geiten haar, en roodgeverfde ramsvellen, en dassenvellen, die brachten ze.
23 Every man, who had in his possession blue and purple and scarlet material and fine linen and goats’ hair and rams’ skins dyed red and porpoise skins, brought them.
24 Allen, die een hefoffer van zilver of koper offerden, die brachten het ten hefoffer des HEEREN; en allen, bij welke sittimhout gevonden werd, brachten het tot alle werk van den dienst.
24 Everyone who could make a contribution of silver and bronze brought the Lord’s contribution; and every man who had in his possession acacia wood for any work of the service brought it.
25 En alle vrouwen, die wijs van hart waren, sponnen met haar handen, en zij brachten het gesponnene, de hemelsblauwe zijde, en het purper, het scharlaken, en het fijn linnen.
25 All the skilled women spun with their hands, and brought what they had spun, in blue and purple and scarlet material and in fine linen.
29 Alle man en vrouw, welker hart hen vrijwillig bewoog te brengen tot al het werk, hetwelk de HEERE geboden had te maken door de hand van Mozes; dat brachten de kinderen Israels tot een vrijwillig offer den HEERE.
29 The Israelites, all the men and women, whose heart moved them to bring material for all the work, which the Lord had commanded through Moses to be done, brought a freewill offering to the Lord.
35 Hij heeft hen vervuld met wijsheid des harten, om te maken alle werk eens werkmeesters, en des allervernuftigsten handwerkers, en des borduurders en hemelsblauw, en in purper, in scharlaken, en in fijn linnen, en des wevers; makende alle werk, en bedenkende vernuftigen arbeid.
35 He has filled them with skill to perform every work of an engraver and of a designer and of an embroiderer, in blue and in purple and in scarlet material, and in fine linen, and of a weaver, as performers of every work and makers of designs.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org