2 Van alle rein vee zult gij tot u nemen zeven en zeven, het mannetje en zijn wijfje; maar van het vee, dat niet rein is, twee, het mannetje en zijn wijfje.
2 You shall take with you of every clean animal by sevens, a male and his female; and of the animals that are not clean two, a male and his female;
4 Want over nog zeven dagen zal Ik doen regenen op de aarde veertig dagen, en veertig nachten; en Ik zal van den aardbodem verdelgen al wat bestaat, dat Ik gemaakt heb.
4 For after seven more days, I will send rain on the earth forty days and forty nights; and I will blot out from the face of the land every living thing that I have made.”
11 In het zeshonderdste jaar des levens van Noach, in de tweede maand, op de zeventiende dag der maand, op dezen zelfden dag zijn alle fonteinen des groten afgronds opengebroken, en de sluizen des hemels geopend.
11 In the six hundredth year of Noah’s life, in the second month, on the seventeenth day of the month, on the same day all the fountains of the great deep burst open, and the floodgates of the sky were opened.
13 Even op dienzelfden dag ging Noach, en Sem, en Cham, en Jafeth, Noachs zonen, desgelijks ook Noachs huisvrouw, en de drie vrouwen zijner zonen met hem in de ark;
13 On the very same day Noah and Shem and Ham and Japheth, the sons of Noah, and Noah’s wife and the three wives of his sons with them, entered the ark,
14 Zij, en al het gedierte naar zijn aard, en al het vee naar zijn aard, en al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, naar zijn aard, en al het gevogelte naar zijn aard, alle vogeltjes van allerlei vleugel.
14 they and every beast after its kind, and all the cattle after their kind, and every creeping thing that creeps on the earth after its kind, and every bird after its kind, all sorts of birds.
21 En alle vlees, dat zich op de aarde roerde, gaf den geest, van het gevogelte, en van het vee, en van het wild gedierte, en van al het kruipend gedierte, dat op de aarde kroop, en alle mens.
21 All flesh that moved on the earth perished, birds and cattle and beasts and every swarming thing that swarms upon the earth, and all mankind;
23 Alzo werd verdelgd al wat bestond, dat op den aardbodem was, van den mens aan tot het vee, tot het kruipend gedierte, en tot het gevogelte des hemels, en zij werden verdelgd van de aarde; doch Noach alleen bleef over, en wat met hem in de ark was.
23 Thus He blotted out every living thing that was upon the face of the land, from man to animals to creeping things and to birds of the sky, and they were blotted out from the earth; and only Noah was left, together with those that were with him in the ark.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org