1 En vijf dagen daarna kwam de hogepriester Ananias af met de ouderlingen, en een zekeren voorspraak, genaamd Tertullus, dewelke verschenen voor den stadhouder tegen Paulus.
1 After five days the high priest Ananias came down with some elders, with an attorney named Tertullus, and they brought charges to the governor against Paul.
5 Want wij hebben dezen man bevonden te zijn een pest, en een, die oproer verwekt onder al de Joden, door de ganse wereld, en een oppersten voorstander van de sekte der Nazarenen.
5 For we have found this man a real pest and a fellow who stirs up dissension among all the Jews throughout the world, and a ringleader of the sect of the Nazarenes.
8 Gebiedende zijn beschuldigers tot u te komen; van dewelken gij zelf, hem onderzocht hebbende, zult kunnen verstaan al hetgeen, waarvan wij hem beschuldigen.
8 ordering his accusers to come before you.] By examining him yourself concerning all these matters you will be able to ascertain the things of which we accuse him.”
10 Maar Paulus, als hem de stadhouder gewenkt had, dat hij zou spreken, antwoordde: Dewijl ik weet, dat gij nu vele jaren over dit volk rechter zijt geweest, zo verantwoord ik mijzelven met des te beteren moed.
10 When the governor had nodded for him to speak, Paul responded:“Knowing that for many years you have been a judge to this nation, I cheerfully make my defense,
14 Maar dit beken ik u, dat ik naar dien weg, welken zij sekte noemen, den God der vaderen alzo diene, gelovende alles, wat in de wet en in de profeten geschreven is;
14 But this I admit to you, that according to the Way which they call a sect I do serve the God of our fathers, believing everything that is in accordance with the Law and that is written in the Prophets;
22 Toen nu Felix dit gehoord had, stelde hij hen uit, zeggende: Als ik nader wetenschap van dezen weg zal hebben, wanneer Lysias, de overste, zal afgekomen zijn, zo zal ik volle kennis nemen van uw zaken.
22 But Felix, having a more exact knowledge about the Way, put them off, saying, “When Lysias the commander comes down, I will decide your case.”
23 En hij beval den hoofdman over honderd, dat Paulus zou bewaard worden, en verlichting hebben, en dat hij niemand van de zijnen zou beletten hem te dienen, of tot hem te komen.
23 Then he gave orders to the centurion for him to be kept in custody and yet have some freedom, and not to prevent any of his friends from ministering to him.
25 En als hij handelde van rechtvaardigheid, en matigheid, en van het toekomende oordeel, Felix, zeer bevreesd geworden zijnde, antwoordde: Voor ditmaal ga heen; en als ik gelegenen tijd zal hebben bekomen, zo zal ik u tot mij roepen.
25 But as he was discussing righteousness, self-control and the judgment to come, Felix became frightened and said, “Go away for the present, and when I find time I will summon you.”
26 En tegelijk ook hopende, dat hem van Paulus geld gegeven zou worden, opdat hij hem losliet; waarom hij hem ook dikwijls ontbood, en sprak met hem.
26 At the same time too, he was hoping that money would be given him by Paul; therefore he also used to send for him quite often and converse with him.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org