2 Dan zal Ik alle heidenen vergaderen, en zal hen afvoeren in het dal van Josafat; en Ik zal met hen aldaar richten, vanwege Mijn volk en Mijn erfdeel Israel, dat zij onder de heidenen hebben verstrooid, en Mijn land gedeeld;
2 I will gather all the nationsAnd bring them down to the valley of Jehoshaphat.Then I will enter into judgment with them thereOn behalf of My people and My inheritance, Israel,Whom they have scattered among the nations;And they have divided up My land.
4 En ook, wat hebt gij met Mij te doen, gij Tyrus en Sidon, en alle grenzen van Palestina! Zoudt gij Mij een vergelding wedergeven? Maar zo gij Mij wilt vergelden, lichtelijk, haastelijk, zal Ik uw vergelding op uw hoofd wederbrengen.
4 Moreover, what are you to Me, O Tyre, Sidon and all the regions of Philistia? Are you rendering Me a recompense? But if you do recompense Me, swiftly and speedily I will return your recompense on your head.
8 En Ik zal uw zonen en uw dochteren verkopen in de hand der kinderen van Juda, die ze verkopen zullen aan die van Scheba, aan een vergelegen volk; want de HEERE heeft het gesproken.
8 Also I will sell your sons and your daughters into the hand of the sons of Judah, and they will sell them to the Sabeans, to a distant nation,” for the Lord has spoken.
13 Slaat de sikkel aan, want de oogst is rijp geworden; komt aan, daalt henen af, want de pers is vol, en de perskuipen lopen over; want hunlieder boosheid is groot.
13 Put in the sickle, for the harvest is ripe.Come, tread, for the wine press is full;The vats overflow, for their wickedness is great.
16 En de HEERE zal uit Sion brullen, en uit Jeruzalem Zijn stem geven, dat hemel en aarde beven zullen; maar de HEERE zal de Toevlucht Zijns volks, en de Sterkte der kinderen Israels zijn.
16 The Lord roars from ZionAnd utters His voice from Jerusalem,And the heavens and the earth tremble.But the Lord is a refuge for His peopleAnd a stronghold to the sons of Israel.
17 En gijlieden zult weten, dat Ik de HEERE, uw God ben, wonende op Sion, den berg Mijner heiligheid; en Jeruzalem zal een heiligheid zijn, en vreemden zullen niet meer door haar doorgaan.
17 Then you will know that I am the Lord your God,Dwelling in Zion, My holy mountain.So Jerusalem will be holy,And strangers will pass through it no more.
18 En het zal te dien dage geschieden dat de bergen van zoeten wijn zullen druipen, en de heuvelen van melk vlieten, en alle stromen van Juda vol van water gaan; en er zal een fontein uit het huis des HEEREN uitgaan, en zal het dal van Sittim bewateren.
18 And in that dayThe mountains will drip with sweet wine,And the hills will flow with milk,And all the brooks of Judah will flow with water;And a spring will go out from the house of the LordTo water the valley of Shittim.
19 Egypte zal tot verwoesting worden, en Edom zal worden tot een woeste wildernis, om het geweld, gedaan aan de kinderen van Juda, in welker land zij onschuldig bloed vergoten hebben.
19 Egypt will become a waste,And Edom will become a desolate wilderness,Because of the violence done to the sons of Judah,In whose land they have shed innocent blood.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org