1 En het pascha, en het feest der ongehevelde broden was na twee dagen. En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem met listigheid vangen en doden zouden.
1 Now the Passover and Unleavened Bread were two days away; and the chief priests and the scribes were seeking how to seize Him by stealth and kill Him;
3 En als Hij te Bethanie was, in het huis van Simon, den melaatse, daar Hij aan tafel zat, kwam een vrouw, hebbende een albasten fles met zalf van onvervalsten nardus, van groten prijs; en de albasten fles gebroken hebbende, goot die op Zijn hoofd.
3 While He was in Bethany at the home of Simon the leper, and reclining at the table, there came a woman with an alabaster vial of very costly perfume of pure nard; and she broke the vial and poured it over His head.
9 Voorwaar zeg Ik u: Alwaar dit Evangelie gepredikt zal worden in de gehele wereld, daar zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden, van hetgeen zij gedaan heeft.
9 Truly I say to you, wherever the gospel is preached in the whole world, what this woman has done will also be spoken of in memory of her.”
12 En op den eersten dag der ongehevelde broden, wanneer zij het pascha slachtten, zeiden Zijn discipelen tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij heengaan, en bereiden, dat Gij het pascha eet?
12 On the first day of Unleavened Bread, when the Passover lamb was being sacrificed, His disciples *said to Him, “Where do You want us to go and prepare for You to eat the Passover?”
21 De Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk van Hem geschreven is; maar wee dien mens, door welken de Zoon des mensen verraden wordt! Het ware hem goed, zo die mens niet geboren ware geweest.
21 For the Son of Man is to go just as it is written of Him; but woe to that man by whom the Son of Man is betrayed! It would have been good for that man if he had not been born.”
27 En Jezus zeide tot hen: Gij zult in dezen nacht allen aan Mij geergerd worden; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen zullen verstrooid worden.
27 And Jesus *said to them, “You will all fall away, because it is written, ‘I will strike down the shepherd, and the sheep shall be scattered.’
41 En Hij kwam ten derden male, en zeide tot hen: Slaapt nu voort, en rust; het is genoeg, de ure is gekomen; ziet, de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen der zondaren.
41 And He *came the third time, and *said to them, “Are you still sleeping and resting? It is enough; the hour has come; behold, the Son of Man is being betrayed into the hands of sinners.
43 En terstond, als Hij nog sprak, kwam Judas aan, die een was van de twaalven, en met hem een grote schare, met zwaarden en stokken, gezonden van de overpriesters, en de schriftgeleerden, en de ouderlingen.
43 Immediately while He was still speaking, Judas, one of the twelve, *came up accompanied by a crowd with swords and clubs, who were from the chief priests and the scribes and the elders.
54 En Petrus volgde Hem van verre, tot binnen in de zaal des hogepriesters, en hij was mede zittende met de dienaren, en zich warmende bij het vuur.
54 Peter had followed Him at a distance, right into the courtyard of the high priest; and he was sitting with the officers and warming himself at the fire.
61 Maar Hij zweeg stil, en antwoordde niets. Wederom vraagde Hem de hogepriester, en zeide tot Hem: Zijt Gij de Christus, de Zoon des gezegenden Gods?
61 But He kept silent and did not answer. Again the high priest was questioning Him, and saying to Him, “Are You the Christ, the Son of the Blessed One?”
65 En sommigen begonnen Hem te bespuwen, en Zijn aangezicht te bedekken, en met vuisten te slaan, en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem kinnebakslagen.
65 Some began to spit at Him, and to blindfold Him, and to beat Him with their fists, and to say to Him, “Prophesy!” And the officers received Him with slaps in the face.
70 Maar hij loochende het wederom. En een weinig daarna, die daarbij stonden, zeiden wederom tot Petrus: Waarlijk, gij zijt een van die; want gij zijt ook een Galileer, en uw spraak gelijkt.
70 But again he denied it. And after a little while the bystanders were again saying to Peter, “Surely you are one of them, for you are a Galilean too.”
72 En de haan kraaide de tweede maal; en Petrus werd indachtig het woord, hetwelk Jezus tot hem gezegd had: Eer de haan tweemaal gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En hij, zich van daar makende, weende.
72 Immediately a rooster crowed a second time. And Peter remembered how Jesus had made the remark to him, “Before a rooster crows twice, you will deny Me three times.” And he began to weep.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org