6 En Hij gebood de schare neder te zitten op de aarde, en Hij nam de zeven broden, en gedankt hebbende, brak Hij ze, en gaf ze Zijn discipelen, opdat zij ze zouden voorleggen; en zij legden ze de schare voor.
6 And He *directed the people to sit down on the ground; and taking the seven loaves, He gave thanks and broke them, and started giving them to His disciples to serve to them, and they served them to the people.
12 En Hij, zwaarlijk zuchtende in Zijn geest, zeide: Wat begeert dit geslacht een teken? Voorwaar, Ik zeg u: Zo aan dit geslacht een teken gegeven zal worden!
12 Sighing deeply in His spirit, He *said, “Why does this generation seek for a sign? Truly I say to you, no sign will be given to this generation.”
17 En Jezus, dat bekennende, zeide tot hen: Wat overlegt gij, dat gij geen broden hebt? Bemerkt gij nog niet, en verstaat gij niet, hebt gij nog uw verharde hart?
17 And Jesus, aware of this, *said to them, “Why do you discuss the fact that you have no bread? Do you not yet see or understand? Do you have a hardened heart?
23 En de hand des blinden genomen hebbende, leidde Hij hem uit buiten het vlek, en spoog in zijn ogen, en legde de handen op hem, en vraagde hem, of hij iets zag.
23 Taking the blind man by the hand, He brought him out of the village; and after spitting on his eyes and laying His hands on him, He asked him, “Do you see anything?”
27 En Jezus ging uit en Zijn discipelen naar de vlekken van Cesarea Filippi. En op den weg vraagde Hij Zijn discipelen, zeggende tot hen: Wie zeggen de mensen, dat Ik ben?
27 Jesus went out, along with His disciples, to the villages of Caesarea Philippi; and on the way He questioned His disciples, saying to them, “Who do people say that I am?”
31 En Hij begon hun te leren, dat de Zoon des mensen veel moest lijden, en verworpen worden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en na drie dagen wederom opstaan.
31 And He began to teach them that the Son of Man must suffer many things and be rejected by the elders and the chief priests and the scribes, and be killed, and after three days rise again.
33 Maar Hij, Zich omkerende, en Zijn discipelen aanziende, bestrafte Petrus, zeggende: Ga heen, achter Mijn, satanas, want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die der mensen zijn.
33 But turning around and seeing His disciples, He rebuked Peter and *said, “Get behind Me, Satan; for you are not setting your mind on God’s interests, but man’s.”
34 En tot Zich geroepen hebbende de schare met Zijn discipelen, zeide Hij tot hen: Zo wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij.
34 And He summoned the crowd with His disciples, and said to them, “If anyone wishes to come after Me, he must deny himself, and take up his cross and follow Me.
35 Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven zal verliezen, om Mijnentwil, en om des Evangelies wil, die zal hetzelve behouden.
35 For whoever wishes to save his life will lose it, but whoever loses his life for My sake and the gospel’s will save it.
38 Want zo wie zich Mijns en Mijner woorden zal geschaamd hebben, in dit overspelig en zondig geslacht, diens zal Zich de Zoon des mensen ook schamen, wanneer Hij zal komen in de heerlijkheid Zijns Vaders, met de heilige engelen.
38 For whoever is ashamed of Me and My words in this adulterous and sinful generation, the Son of Man will also be ashamed of him when He comes in the glory of His Father with the holy angels.”
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org