1 En Zijn twaalf discipelen tot Zich geroepen hebbende, heeft Hij hun macht gegeven over de onreine geesten, om dezelve uit te werpen, en om alle ziekte en alle kwaal te genezen.
1 Jesus summoned His twelve disciples and gave them authority over unclean spirits, to cast them out, and to heal every kind of disease and every kind of sickness.
2 De namen nu der twaalf apostelen zijn deze: de eerste, Simon, gezegd Petrus, en Andreas, zijn broeder; Jakobus, de zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder;
2 Now the names of the twelve apostles are these: The first, Simon, who is called Peter, and Andrew his brother; and James the son of Zebedee, and John his brother;
5 Deze twaalf heeft Jezus uitgezonden, en hun bevel gegeven, zeggende: Gij zult niet heengaan op den weg der heidenen, en gij zult niet ingaan in enige stad der Samaritanen.
5 These twelve Jesus sent out after instructing them: “Do not go in the way of the Gentiles, and do not enter any city of the Samaritans;
19 Doch wanneer zij u overleveren, zo zult gij niet bezorgd zijn, hoe of wat gij spreken zult; want het zal u in dezelve ure gegeven worden, wat gij spreken zult.
19 But when they hand you over, do not worry about how or what you are to say; for it will be given you in that hour what you are to say.
21 En de ene broeder zal den anderen broeder overleveren tot den dood, en de vader het kind, en de kinderen zullen opstaan tegen de ouders, en zullen hen doden.
21 “Brother will betray brother to death, and a father his child; and children will rise up against parents and cause them to be put to death.
23 Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen, vliedt in de andere; want voorwaar zeg ik u: Gij zult uw reis door de steden Israels niet geeindigd hebben, of de Zoon des mensen zal gekomen zijn.
23 “But whenever they persecute you in one city, flee to the next; for truly I say to you, you will not finish going through the cities of Israel until the Son of Man comes.
25 Het zij den discipel genoeg, dat hij worde gelijk zijn meester, en de dienstknecht gelijk zijn heer. Indien zij den Heere des huizes Beelzebul hebben geheten, hoeveel te meer Zijn huisgenoten!
25 It is enough for the disciple that he become like his teacher, and the slave like his master. If they have called the head of the house Beelzebul, how much more will they malign the members of his household!
28 En vreest niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel.
28 Do not fear those who kill the body but are unable to kill the soul; but rather fear Him who is able to destroy both soul and body in hell.
41 Die een profeet ontvangt in den naam eens profeten, zal het loon eens profeten ontvangen; en die een rechtvaardige ontvangt in den naam eens rechtvaardigen, zal het loon eens rechtvaardigen ontvangen.
41 He who receives a prophet in the name of a prophet shall receive a prophet’s reward; and he who receives a righteous man in the name of a righteous man shall receive a righteous man’s reward.
42 En zo wie een van deze kleinen te drinken geeft alleenlijk een beker koud water, in den naam eens discipels, voorwaar zeg Ik u, hij zal zijn loon geenszins verliezen.
42 And whoever in the name of a disciple gives to one of these little ones even a cup of cold water to drink, truly I say to you, he shall not lose his reward.”
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org