4 En Jezus zeide tot hem: Zie, dat gij dit niemand zegt; maar ga heen, toon uzelven den priester, en offer de gave, die Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis.
4 And Jesus *said to him, “See that you tell no one; but go, show yourself to the priest and present the offering that Moses commanded, as a testimony to them.”
8 En de hoofdman over honderd, antwoordende, zeide: Heere! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak zoudt inkomen; maar spreek alleenlijk een woord, en mijn knecht zal genezen worden.
8 But the centurion said, “Lord, I am not worthy for You to come under my roof, but just say the word, and my servant will be healed.
9 Want ik ben ook een mens onder de macht van anderen, hebbende onder mij krijgsknechten; en ik zeg tot dezen: Ga! en hij gaat; en tot den anderen: Kom! en hij komt; en tot mijn dienstknecht: Doe dat! en hij doet het.
9 For I also am a man under authority, with soldiers under me; and I say to this one, ‘Go!’ and he goes, and to another, ‘Come!’ and he comes, and to my slave, ‘Do this!’ and he does it.”
10 Jezus nu, dit horende, heeft Zich verwonderd, en zeide tot dengenen, die Hem volgden: Voorwaar zeg Ik u, Ik heb zelfs in Israel zo groot een geloof niet gevonden.
10 Now when Jesus heard this, He marveled and said to those who were following, “Truly I say to you, I have not found such great faith with anyone in Israel.
16 En als het laat geworden was, hebben zij velen, van den duivel bezeten, tot Hem gebracht, en Hij wierp de boze geesten uit met den woorde, en Hij genas allen, die kwalijk gesteld waren;
16 When evening came, they brought to Him many who were demon-possessed; and He cast out the spirits with a word, and healed all who were ill.
28 En als Hij over aan de andere zijde was gekomen in het land der Gergesenen, zijn Hem twee, van den duivel bezeten, ontmoet, komende uit de graven, die zeer wreed waren, alzo dat niemand door dien weg kon voorbij gaan.
28 When He came to the other side into the country of the Gadarenes, two men who were demon-possessed met Him as they were coming out of the tombs. They were so extremely violent that no one could pass by that way.
32 En Hij zeide tot hen: Gaat heen. En zij uitgaande, voeren heen in de kudde zwijnen; en ziet, de gehele kudde zwijnen stortte van de steilte af in de zee, en zij stierven in het water.
32 And He said to them, “Go!” And they came out and went into the swine, and the whole herd rushed down the steep bank into the sea and perished in the waters.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org