1 Een lied op Hammaaloth. Ik heb tot den HEERE geroepen in mijn benauwdheid, en Hij heeft mij verhoord.
1 A Song of Ascents.In my trouble I cried to the Lord,And He answered me.
2 O HEERE! red mijn ziel van de valse lippen, van de bedriegelijke tong.
2 Deliver my soul, O Lord, from lying lips,From a deceitful tongue.
3 Wat zal U de bedriegelijke tong geven, of wat zal zij U toevoegen?
3 What shall be given to you, and what more shall be done to you,You deceitful tongue?
4 Scherpe pijlen eens machtigen, mitsgaders gloeiende jeneverkolen.
4 Sharp arrows of the warrior,With the burning coals of the broom tree.
5 O, wee mij, dat ik een vreemdeling ben in Mesech, dat ik in de tenten Kedars wone.
5 Woe is me, for I sojourn in Meshech,For I dwell among the tents of Kedar!
6 Mijn ziel heeft lang gewoond bij degenen, die den vrede haten.
6 Too long has my soul had its dwellingWith those who hate peace.
7 Ik ben vreedzaam; maar als ik spreek, zijn zij aan den oorlog.
7 I am for peace, but when I speak,They are for war.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org