1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij verderven het, zij maken het gruwelijk met hun werk; er is niemand, die goed doet.

1 For the choir director. A Psalm of David.The fool has said in his heart, “There is no God.”They are corrupt, they have committed abominable deeds;There is no one who does good.

2 De HEERE heeft uit den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht.

2 The Lord has looked down from heaven upon the sons of menTo see if there are any who understand,Who seek after God.

3 Zij zijn allen afgeweken, te zamen zijn zij stinkende geworden; er is niemand, die goed doet, ook niet een.

3 They have all turned aside, together they have become corrupt;There is no one who does good, not even one.

4 Hebben dan alle werkers der ongerechtigheid geen kennis, die mijn volk opeten, alsof zij brood aten? Zij roepen den HEERE niet aan.

4 Do all the workers of wickedness not know,Who eat up my people as they eat bread,And do not call upon the Lord?

5 Aldaar zijn zij met vervaardheid vervaard; want God is bij het geslacht des rechtvaardigen.

5 There they are in great dread,For God is with the righteous generation.

6 Gijlieden beschaamt den raad des ellendigen, omdat de HEERE zijn Toevlucht is.

6 You would put to shame the counsel of the afflicted,But the Lord is his refuge.

7 Och, dat Israels verlossing uit Sion kwam! Als de HEERE de gevangenen Zijns volks zal doen wederkeren, dan zal zich Jakob verheugen, Israel zal verblijd zijn.

7 Oh, that the salvation of Israel would come out of Zion!When the Lord restores His captive people,Jacob will rejoice, Israel will be glad.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org