13 Houd Uw knecht ook terug van trotsheden; laat ze niet over mij heersen; dan zal ik oprecht zijn en rein van grote overtreding.
13Also keep back Your servant from presumptuous sins;Let them not rule over me;Then I will be blameless,And I shall be acquitted of great transgression.
14 [ (Psalms 19:15) Laat de redenen mijns monds, en de overdenking mijns harten welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser! ]
14Let the words of my mouth and the meditation of my heartBe acceptable in Your sight,O Lord, my rock and my Redeemer.