1 En er waren te Antiochie, in de Gemeente, die daar was, enige profeten en leraars, namelijk Barnabas, en Simeon, genaamd Niger, en Lucius van Cyrene, en Manahen, die met Herodes den viervorst opgevoed was, en Saulus.
1 Now there were at Antioch, in the church that was there, prophets and teachers: Barnabas, and Simeon who was called Niger, and Lucius of Cyrene, and Manaen who had been brought up with Herod the tetrarch, and Saul.
2 En als zij den Heere dienden, en vastten, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij af beiden Barnabas en Saulus tot het werk, waartoe Ik hen geroepen heb.
2 While they were ministering to the Lord and fasting, the Holy Spirit said, “Set apart for Me Barnabas and Saul for the work to which I have called them.”
10 O gij kind des duivels, vol van alle bedrog, en van alle arglistigheid, vijand van alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden te verkeren de rechte wegen des Heeren?
10 and said, “You who are full of all deceit and fraud, you son of the devil, you enemy of all righteousness, will you not cease to make crooked the straight ways of the Lord?
11 En nu zie, de hand des Heeren is tegen u, en gij zult blind zijn, en de zon niet zien voor een tijd. En van stonde aan viel op hem donkerheid en duisternis: en rondom gaande, zocht hij, die hem met de hand mochten leiden.
11 Now, behold, the hand of the Lord is upon you, and you will be blind and not see the sun for a time.” And immediately a mist and a darkness fell upon him, and he went about seeking those who would lead him by the hand.
13 En Paulus, en die met hem waren, van Pafos afgevaren zijnde, kwamen te Perge, een stad in Pamfylie. Maar Johannes, van hen scheidende, keerde weder naar Jeruzalem.
13 Now Paul and his companions put out to sea from Paphos and came to Perga in Pamphylia; but John left them and returned to Jerusalem.
15 En na het lezen der wet en der profeten, zonden de oversten der synagogen tot hen, zeggende: Mannen broeders, indien er enig woord van vertroosting tot het volk in u is, zo spreekt.
15 After the reading of the Law and the Prophets the synagogue officials sent to them, saying, “Brethren, if you have any word of exhortation for the people, say it.”
17 De God van dit volk Israel heeft onze vaderen uitverkoren, en het volk verhoogd, als zij vreemdelingen waren in het land Egypte, en heeft hen met een hogen arm daaruit geleid.
17 The God of this people Israel chose our fathers and made the people great during their stay in the land of Egypt, and with an uplifted arm He led them out from it.
22 En dezen afgezet hebbende, verwekte Hij hun David tot een koning; denwelken Hij ook getuigenis gaf, en zeide: Ik heb gevonden David, den zoon van Jesse; een man naar Mijn hart, die al Mijn wil zal doen.
22 After He had removed him, He raised up David to be their king, concerning whom He also testified and said, ‘I have found David the son of Jesse, a man after My heart, who will do all My will.’
25 Doch als Johannes den loop vervulde, zeide hij: Wien meent gijlieden, dat ik ben? Ik ben de Christus niet; maar ziet, Hij komt na mij, Wien ik niet waardig ben de schoenen Zijner voeten te ontbinden.
25 And while John was completing his course, he kept saying, ‘What do you suppose that I am? I am not He. But behold, one is coming after me the sandals of whose feet I am not worthy to untie.’
27 Want die te Jeruzalem wonen, en hun oversten, Dezen niet kennende, hebben ook de stemmen der profeten, die op elken sabbat dag gelezen worden, Hem veroordelende, vervuld;
27 For those who live in Jerusalem, and their rulers, recognizing neither Him nor the utterances of the prophets which are read every Sabbath, fulfilled these by condemning Him.
34 En dat Hij Hem uit de doden heeft opgewekt, alzo dat Hij niet meer zal tot verderving keren, heeft Hij aldus gezegd: Ik zal ulieden de weldadigheden Davids geven, die getrouw zijn;
34 As for the fact that He raised Him up from the dead, no longer to return to decay, He has spoken in this way: ‘I will give you the holy and sure blessings of David.’
41 Ziet, gij verachters, en verwondert u, en verdwijnt; want Ik werk een werk in uw dagen, een werk, hetwelk gij niet zult geloven, zo het u iemand verhaalt.
41 ‘Behold, you scoffers, and marvel, and perish;For I am accomplishing a work in your days,A work which you will never believe, though someone should describe it to you.’”
43 En als de synagoge gescheiden was, volgden velen van de Joden en van de godsdienstige Jodengenoten Paulus en Barnabas; welke tot hen spraken, en hen vermaanden te blijven bij de genade Gods.
43 Now when the meeting of the synagogue had broken up, many of the Jews and of the God-fearing proselytes followed Paul and Barnabas, who, speaking to them, were urging them to continue in the grace of God.
46 Maar Paulus en Barnabas, vrijmoedigheid gebruikende, zeiden: Het was nodig, dat eerst tot u het Woord Gods gesproken zou worden; doch nademaal gij hetzelve verstoot, en uzelven des eeuwigen levens niet waardig oordeelt, ziet, wij keren ons tot de heidenen.
46 Paul and Barnabas spoke out boldly and said, “It was necessary that the word of God be spoken to you first; since you repudiate it and judge yourselves unworthy of eternal life, behold, we are turning to the Gentiles.
47 Want alzo heeft ons de Heere geboden, zeggende: Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij zoudt zijn tot zaligheid, tot aan het uiterste der aarde.
47 For so the Lord has commanded us,‘I have placed You as a light for the Gentiles,That You may bring salvation to the end of the earth.’”
48 Als nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich, en prezen het Woord des Heeren; en er geloofden zovelen, als er geordineerd waren tot het eeuwige leven.
48 When the Gentiles heard this, they began rejoicing and glorifying the word of the Lord; and as many as had been appointed to eternal life believed.
50 Maar de Joden maakten op de godsdienstige en eerlijke vrouwen, en de voornaamsten van de stad, en verwekten vervolging tegen Paulus en Barnabas, en wierpen ze uit hun landpalen.
50 But the Jews incited the devout women of prominence and the leading men of the city, and instigated a persecution against Paul and Barnabas, and drove them out of their district.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org